Wil je je ook inzetten om te voorkomen dat je helemaal niets overhoudt van de mooie pensioenbeloftes die je krijgt, dan kun je je ook aansluiten bij AVV, dat speciaal voor dit doel is opgericht door Martin Pikaart en anderen. AVV komt op voor generaties die bij ongewijzigd beleid de dupe worden van het naderende pensioendrama.
Mi amici, mine venner, meine Freunde, mis amigos, my friends, mes amis, mijne vrienden,
van harte gefeliciteerd met deze klinkende overwinning! Wie had gedacht dat wij, de Europese 50+ partij, hier de grootste zouden worden! En dat met zo’n overmacht! Blijkbaar hebben onze programmapunten de harten van vele kiezers gestolen, van Napoli tot Kopenhagen. Ouderen willen niet langer het kind van de rekening zijn! We hebben tenslotte al tien jaar keiharde schuldsanering achter de rug, en nog zeker tien te gaan.
Ik vind het ook mooi dat ik juist hier in deelstaat Nederland, waar ons belangrijkste programmapunt oorspronkelijk zoveel weerstand opriep, de overwinning mag uitroepen. Kennelijk heeft ook hier het terugdraaien van de pensioenleeftijd naar 70 uiteindelijk toch een overheersende rol gespeeld.
Het blijkt trouwens dat er niet alleen 50-plussers op onze partij hebben gestemd. Toen we ons verzet tegen de herintroductie van onderwijs op staatskosten opgaven, leverde dat meteen veel stemmen van jongeren op.
Maar eerlijk is eerlijk, de grootste winst hebben we natuurlijk gemaakt door te blijven hameren op de onderlinge solidariteit. Die moet terug in het pensioenstelsel.
Slechts een paar jaar geleden leek dat niet te gaan lukken. Jongerenorganisaties uit deelstaat Nederland hadden enkele grote pensioenfondsen voor de rechter gedaagd met een beroep op het individuele eigendomsrecht. Pensioenfondsen zouden veel te veel uitkeren. Het was een buitengemeen spannende zaak, en iedereen hield zijn adem in. Van Dublin tot Athene zaten de media er bovenop. Wie zou er winnen, oud of jong? Solidariteit of eigendom? De fondsen beriepen zich op solidariteit. Immers, er waren beloften gedaan aan de gepensioneerden. Die konden niet zomaar gebroken worden.
Het enige argument dat de jongeren hadden was dat grijze fondsen binnen 20 jaar leeg zouden zijn en zij de hond in de pot zouden vinden, terwijl ze wel veel meer betalen en veel langer moeten werken. Dit lachwekkende argument kreeg in de media onverdiend veel bijval.
Toen kregen we hulp van hogerhand. Net op de tijd voor de rechterlijke uitspraak stelde jullie toenmalige premier Roemer een nieuwe disconteringsvoet vast: niet de marktrente, niet de UFR, niet het verwachte rendement, dat zou allemaal onvoldoende zijn. Nee, Roemer, zijn naam zij geprezen, stelde de verwachte levensduur verplicht als disconteringsvoet. De rechters begrepen er niets van, maar wat gaf het! De dekkingsgraden knalden omhoog en het vonnis was duidelijk: niks eigendom, maar solidariteit!
De jongeren, die blijkbaar slecht tegen hun verlies konden, hebben toen de verplichte deelname aangevochten. De solidariteit was pervers geworden en werd misbruikt, betoogden ze. Gelukkig hebben ze dat ook verloren. Immers, zo betoogde de deelstaatadvocaat: de verplichtstelling bestaat helemaal niet. Dit verrassende standpunt werd aangedragen door de traditionele vakbonden. De deelstaatadvocaat verdedigde dit met een aansprekend voorbeeld: je zit misschien nu bij het kappersfonds, maar dat is niet verplicht. Het staat je vrij om slager te worden.
Deze fenomenale overwinningen van het onvolprezen Nederlandse pensioenstelsel, of zeg maar gerust: van de solidariteit, legden de weg open naar het wetsvoorstel dat we vorig jaar indienden: openstelling van de Europese pensioenfondsen voor alle Europese burgers.
Jullie kennen allemaal het succesverhaal. Hoe het Europees parlement bijna unaniem voorstemde. Hoe de grote bedrijfstakfondsen in deze deelstaat in een paar maanden tijd tientallen miljoenen deelnemers erbij kregen. En toen kwam het klapstuk dat zowel onze slogan als ons belangrijkste programmapunt voor deze verkiezingen is geworden:
Geen premie, wel aanspraak.
Ik geef het eerlijk toe: zonder deze slogan waren we als 50+ partij nergens geweest. En het mooie is: het was al een Europese richtlijn! Dankzij een uitgekiende lobby van de Nederlandse Pensioenfederatie was de Nederlandse Pensioenwet de basis geworden van de Europese Pensioenwet. Zodoende konden we voor al onze Europese kiezers een uitkering claimen bij de bedrijfstakpensioenfondsen in deze deelstaat. Geen premie, wel aanspraak tenslotte. De hoogmis van de Europese solidariteit. Viva la solidarietà!
De Nederlandse pensioensector kermde steen en been. Dit was nooit de bedoeling geweest, zei men. Dit tastte de eigendomsrechten van de jongeren aan, riep de Pensioenfederatie ineens. Maar daar waren ze natuurlijk mooi te laat mee! Niks eigendom, maar solidariteit!
Zelfs jullie Deelstaatsecretaris Ulenbelt van Pensioenen en Uitkeringen beweerde, dat hiermee de solidariteit te zwaar belast werd! Gelukkig werd hij weggehoond. Had hij niet uit handen van Lech Wałęsa’s kleinzoon zelf onder massaal zingen van de Internationale het eerste Groot-Kruis der Pan-Europese Solidariteit ontvangen?
In elk geval, onze slogan sloeg aan, en hoe! In Denemarken werd ‘ingen præmie, jo anspråke’ nog populairder dan de slogan ‘ja til bare bryste’, en dat wil wat zeggen!
In mijn vaderland Italië haalden we met de slogan ‘pagare no, ricevere sí’ zelfs een meerderheid van alle stemmen! Mijn landgenoten dachten dat het een grap was van Beppe Grillo!
In Groot-Brittannië werd het “get your way in without pain’ ” een groot succes. De term Dutch Treat kreeg ineens een heel andere betekenis, een positieve dit keer. Bij de 50-plussers allora.
Toch zijn we er nog niet. Nog lang niet zelfs. We zullen iets moeten doen aan de dramatisch gestegen emigratie.
Om de jongeren tegemoet te komen, ben ik zelfs bereid om individuele eigendomsrechten op pensioenen vast te gaan leggen! Voorwaarde is wel dat dit gebeurt voordat de geplande uitbreiding van de EU met Oekraïne, Wit-Rusland en Turkije doorgaat. We moeten de solidariteit niet te zwaar belasten tenslotte. De jongeren accepteren dat niet, en we moeten ook aan hen denken.
Mi amici, mine venner, meine Freunde, mis amigos, my friends, mes amis, mijne vrienden,
dank voor jullie inzet, geniet van de overwinning en de mooie avond, en denk eraan: de drankjes zijn gratis, want: pagare no, ricevere si!!